Beleidsnieuws

Discriminatie op de arbeidsmarkt van personen met een migratieachtergrond

VP

Nergens in Europa vinden personen met een migratieachtergrond zo moeilijk werk als in België. Onderzoek van vijf Vlaamse universiteiten toont aan dat discriminatie de belangrijkste reden blijft. Vlaams minister van Economie, Werk en Sociale Economie Jo Brouns (CD&V) lichtte het beleid hierrond toe en wil nog meer inzetten op het ondersteunen van ondernemingen en werkvloeren bij het voeren van een inclusiebeleid en non-discriminatiebeleid via de sectoren.

De positie van personen met een migratieachtergrond op de arbeidsmarkt is nog steeds penibel. Niet-EU-burgers doen het slechter dan Belgen zonder migratieachtergrond en zelfs personen van binnen de EU. Het gaat hierbij niet alleen over niet-EU-burgers van de eerste generatie, maar ook over mensen met een migratieachtergrond van de tweede generatie. Als personen met een migratieachtergrond wel aan het werk zijn, verdienen ze vaak minder en komen ze te vaak onder hun opleidingsniveau aan de bak. “Er zijn verschillende verklaringen. Aan de kant van de werkgevers blijft discriminatie een belangrijke verklaring. Voor de werknemers zijn er verschillen in scholing en gemiddeld opleidingsniveau. Mensen met een migratieachtergrond zijn gemiddeld lager geschoold dan mensen zonder migratieachtergrond", zegt Louise Devos, onderzoeker aan de UGent. Uit onder meer praktijktesten blijkt dat er in 63 procent van de onderzochte gevallen sprake is van discriminatie. Helemaal penibel wordt het voor vrouwen met een migratieachtergrond. Zij zijn benadeeld omdat ze vrouw zijn en wegens hun afkomst.

Minister Brouns in de Vlaamse Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie van 28 maart: “Discriminatie vormt een ernstige belemmering voor de inclusieve en rechtvaardige arbeidsmarkt en vormt een reële bedreiging voor onze economie, want we hebben elk talent nodig in die krappe Vlaamse arbeidsmarkt. Waar we samen met onze administratie naar streven, is de focus leggen op talent en capaciteiten. Dat zouden de enige criteria moeten en mogen zijn voor professioneel succes. VDAB sensibiliseert vandaag werkgevers systematisch met brede campagnes, denk aan de recente campagne over de witte raaf, waarbij talent voor alles gaat. We werken ook samen met lokale besturen, sociale partners, private partners, commerciële en niet-commerciële partners. Het is eigenlijk een collectieve verantwoordelijkheid van onze samenleving. Er is ook een brugfiguur Werk, onderneemster Ruth Claes, die zichtbaarheid moet creëren voor de specifieke doelgroep en werkgevers vooral moet laten zien wat er allemaal mogelijk is.”

Daarnaast blijft de bestrijding van arbeidsgerelateerde discriminatie een speerpunt in het sociaalrechtelijk toezicht van de Vlaamse sociale inspectie, waarbij de doelstellingen op niveau van de voorbije jaren blijven. De sectoren zijn uiteraard ook cruciaal in het sensibiliseren en het ondersteunen van ondernemingen en werkvloeren bij het voeren van een non-discriminatie- en inclusiebeleid. Momenteel bereiden de sectoren hun rapportage over een nulmeting voor, waardoor men een beeld zal krijgen of discriminatie er is en, indien die er is, in welke vorm dat dan is. De dienstenchequesector en de uitzendsector zijn door vaststellingen in het verleden al langer aan de slag met discriminatie, en ook om dat in kaart te brengen. De dienstenchequesector zet vandaag al in op innovatieve tools om de diversiteit in de sector te vergroten en discriminatie tegen te gaan. Binnen de uitzendsector wordt geëxperimenteerd met anoniem solliciteren. Op het niveau van de sector vervult Travi een brugfunctie tussen organisaties die werkzoekenden ondersteunen en uitzendkantoren. Op het niveau van de uitzendkantoren zelf experimenteert Accentjobs met ‘open-minded hiring’. Hierbij ontmoeten werkgevers nieuwe medewerkers zonder of met beperkte voorkennis van hun persoonlijke informatie. 

Minister Brouns: “Elke burger, Nederlandstalig en anderstalig, met migratieachtergrond en geen migratieachtergrond, heeft recht op dezelfde kwalitatieve dienstverlening en die dienstverlening moet op maat zijn van elke burger.”

Raadpleeg het volledige verslag op de website van het Vlaams Parlement.