Beleidsnieuws

Ordonnantie voor de tewerkstellingssteun in het BHG

Als gevolg van de 6e staatshervorming wordt de tewerkstellingssteun een bevoegdheid van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. In de beleidsverklaring van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering en in de Strategie 2025 werd al een hervorming aangekondigd. Er werd ook advies gevraagd aan een expertengroep en opdracht gegeven aan het HIVA om de effecten van de huidige maatregelen te onderzoeken. Deze hervorming stond op 1 juni 2017, in de vorm van een ontwerp van ordonnantie, op de agenda van de Commissie voor Economische zaken en Tewerkstelling.

Als doelstelling stelt Minister Gosuin (DéFi), bevoegd voor Tewerkstelling, zich "invloed uit te oefenen op de arbeidsmarkt ten gunste van specifieke groepen". Het gaat dan om Brusselse werkzoekenden, met accent op jongeren, langdurig werkzoekenden en oudere werkzoekenden die aangeworven worden. De hervorming wil onder andere een antwoord bieden op het gegeven dat heel wat van de Brusselse middelen ten goede komen aan Vlaamse en Waalse werknemers (vooral wat betreft de oudere werknemers), en op het beperkte effect van de huidige maatregelen op de hoge werkloosheidscijfers voor kortgeschoolde jongeren in Brussel. Ze wil tegelijkertijd bijzondere aandacht geven aan midden- en laaggeschoolde Brusselaars, Brusselaars met een handicap of een verminderde arbeidsgeschiktheid en NEETS.  Andere effecten die de Minister wil realiseren zijn: vereenvoudigen en verminderen van het aantal tewerkstellingsmaatregelen, een betere  budgettaire controle en een betere overgang van kwalificerende maatregelen (alternerende opleiding, individuele beroepsopleiding, …) naar tewerkstellingsmaatregelen.

De tewerkstellingsmaatregelen, die zich allemaal richten op niet-werkende werkzoekenden die in Brussel gedomicilieerd zijn en ingeschreven zijn bij Actiris, worden opgedeeld in 4 groepen.

  • De inschakelingsmaatregelen moeten kansen bieden om werkervaring op te doen en door te stromen naar een duurzame job. Hier vinden we de inschakelingsovereenkomst (gericht op werkzoekende schoolverlaters), de inschakelingsbaan in de sociale economie (die de huidige DSP en SINE zal vervangen), art.60§7 (wordt behouden en versterkt bij de Brusselse OCMW’s) en een vormend tewerkstellingsinstrument voor jonge werkzoekenden (ter vervanging van de federale startbaanovereenkomsten).
  • De activeringsmaatregelen moeten de toegang tot de arbeidsmarkt voor werkzoekenden mogelijk maken via financiële steun. Hier vinden we de ‘generieke’ activa (accent ligt op vereenvoudiging, op verruiming en op het vermijden van ongewenste neveneffecten), de aanmoedigingssteun voor opleiding (een financiële ondersteuning voor vorming tijdens de tewerkstelling van kortgeschoolde werkzoekenden bij aanwerving voor onbepaalde duur), een maatregel activa voor verminderde arbeidsgeschiktheid en een ondersteuning van het werk als zelfstandige.
  • Een derde groep maatregelen richt zich op het behoud van een job voor werknemers die kwetsbaar zijn in het beroep dat ze uitoefenen. Het gaat hier concreet om een vermindering voor oudere werknemers
  • Maatregelen voor specifieke steun op de arbeidsmarkt vormen de vierde groep. Het gaat om premies voor de mentoren bij alternerend leren en een volmacht aan de Regering om nieuwe premies te ontwikkelen.

Deze ordonnantie legt enkel de grote lijnen vast voor de hervorming, de praktische uitwerking (criteria, financiering, toekenningsprocedure, …) zal door de Regering verder ingevuld worden.

Het voorstel van ordonnantie werd uitgebreid bediscussieerd en integraal goedgekeurd.

Meer lezen? Raadpleeg het verslag van de commissie.