Nieuwe ordonnantie sociale economie op schema

In de Commissie Economische Zaken kreeg Didier Gosuin (DéFi), Brussels minister van Tewerkstelling en Economie, vragen van verschillende parlementsleden over de nieuwe ordonnantie sociale economie, die hij momenteel voorbereidt. Volgens Gosuin is de nieuwe ordonnantie sociale economie op schema. Hij voorziet een budgetverhoging van 600.000 euro voor 2017.

Bruno De Lille (Groen), Amet Gjanaj (PS), Hannelore Goeman (sp.a) en Arnaud Pinxteren (Ecolo) uiten hun bezorgdheid over een sociale economie die zich uitsluitend zou richten op doorstroom naar werk in de reguliere sector, de grote plaats die publieke spelers nu nemen en hun rol in de toekomst alsook omtrent het toenemende belang van economische rentabiliteit. Zij stellen zich ook vragen naar de filosofie achter de hervorming: Focust het nieuwe kader zich vooral op de economische, ondernemende dimensie of op de strijd tegen uitsluiting? Ook de timing, de continuïteit voor de huidige erkende projecten en een mogelijke budgetverhoging zijn prangende vragen.

Minister Gosuin bevestigt dat de principes van zijn voorstel werden doorgesproken met de sector en ook werden goedgekeurd door de regering.

Hij herhaalt de principes waarop hij  zijn nieuwe regelgevend kader baseert: een soepele en brede erkenningsprocedure – op basis van de concepten van het EMES-netwerk -, de capaciteit verhogen  om werkgelegenheid te creëren en inschakeling te verhogen, een stabiel mandaat en financiering voor de inschakelingsprogramma’s, een verhoogde steun voor de sociale ondernemingen als economische actoren, een beheer aangepast aan de Brusselse evoluties.

Hij licht ook de EMES-principes toe. Het eerste is het economisch en ondernemingsaspect: de onderneming moet een continue productie van goederen of diensten hebben, die een duidelijk  economisch risico met zich meebrengt.  Het tweede principe is het sociale, zowel naar doelstellingen als naar de besteding van eventuele opbrengsten. Het derde is ‘governance’, dit veronderstelt een grote autonomie van de organisaties en een besluitvormingsproces gebaseerd op participatie van de verschillende betrokkenen.

Minister Gosuin vermeldt ook uitdrukkelijk de specifieke rol van de publieke actoren in Brussel en zijn intentie om dit ook in de toekomst een plaats te gunnen. 

Wat de timing betreft blijft hij mikken op 1 januari 2018.  Momenteel wordt het voorontwerp van de ordonnantie voorbereid  en hij wil dit nog voor een eerste lezing voorleggen voor de zomervakantie. Daartoe heeft de regering zich ook geëngageerd.

Minister Gosuin kondigt ook een budgetverhoging van 605.001 euro aan voor 2017.  Voor de toekomst mikt hij op een nieuwe financieringsmethode: meer coherent en stabiel, rechtvaardiger ook.

Sociale ondernemingen zullen ook toegang krijgen tot een aantal financieringsproducten, specifiek voor hen voorzien.  Ook de begeleidingsstructuren worden verder uitgewerkt, via verschillende structuren – het  Brussels Agentschap voor de ondersteuning van het Bedrijfsleven, een voortzetting van Coopcity en de adviesagentschappen.

De praktische uitwerking van het nieuwe kader zal in de komende maanden gerealiseerd worden via uitvoeringsbesluiten.

Meer lezen kan in het Voorlopig Integraal verslag van de Commissie Economische zaken (p.2-19)